zondag 7 februari 2010

Liefde

Je hand sluit je om de mijne
jou ogen houden mijn blik vast.
Het lachje rondom je mondhoeken
verraadt je overgrote gevoel voor mij.

Er valt niets te zoeken of uit te leggen
en al wilde ik het, kan ik je nog niet zeggen
hoe intens ik van je hou.
Mijn hart klopt.

We vangen elkaars woorden in stilte op,
intussen breidt zich het gevoel uit in mijn lichaam
bereikt de top en wil nog hoger.
Het explodeert in me en zoekt opnieuw de weg
naar een hoogtepunt.

Ik ben niet bang dat ik je kwijt raak.
Niet bang, dat ik ooit nog afhaak.
Er zijn geen vragen, die onbeantwoord in de ruimte staan
We zijn samen en laten elkaar nooit meer gaan.

Altijd

Je bent zo klein en onschuldig.
Je kijkt mij aan met grote ogen, de wereld is nog zo
onoverzichtelijk voor jou. Maar ik bescherm je,
omdat ik van je hou.

Ik zie nog steeds die armpjes, de stoute lach,
die van “ik doe het toch, al heb jij gezegd dat het niet mag”.
Je trekt eropuit want nu ben je groot
en wilt al lang niet meer op schoot.
Pas je wel op, als je besluit op verkenningstocht te gaan,
dan kan ik niet meer beschermen,
dan is het aan jou alleen
om in deze soms zo koude wereld
te blijven staan.

Vergeet niet, dat mijn deur voor jou altijd openstaat.
Wat je ook besluit, de weg die je kiest,
het maakt niet uit als je maar de goede kant opgaat
en ik je maar niet verlies.
Verdedig je idealen al kost het veel kracht en moed.
Denk na bij wat je doet en doe het goed.

En als je ergens op een wolkje zweeft
en daar het mooiste aller avonturen beleeft,
laat mij mee genieten.
Wanneer je verdriet hebt
wil ik samen met jou tranen vergieten.
Misschien is deze droom niet voor ons weggelegd,
maar ik hoop dat jij weet dat ik dit in vertrouwen zeg.
Deze woorden zijn mijn belofte aan jou.
Vergeet nooit, ik ben er voor altijd,
omdat ik van je hou.

Verlaafd aan jou

Je was eigenlijk nooit echt lekker,
Maar toch heb ik me regelmatig aan je vastgezogen,
zoals een bloedzuiger zich vastzuigt aan de huid,
alleen met geweld weer te verwijderen.
Ik heb hemel en aarde bij elkaar gelogen.
Ik had je nodig.

Met jou kan ik ontspannen.
Zogenaamd want je begint steeds meer te zeuren,
steeds vaker en heftiger,
kost me handen vol met geld,
ik wil van je af, desnoods met geweld.

Telkens weer zeg ik tegen mezelf,
dit is de laatste keer,
maar die rekening heb ik zonder jou gemaakt.
Je laat je niet zomaar verslaan.
T´is alsof je fluistert,
“we zullen samen ondergaan”.

Jij was mijn geliefde,
mijn dope, mijn vlucht en mijn hoop.
Door mijn ogen zag ik jou als een diamant,
kostbaar en op maat geslepen,
dat je een nepper bent, heb ik te laat begrepen.

De liefde voor jou kostte mij bijna mijn leven.
Ik hoop dat iedereen, die ik gekwetst heb mij kan vergeven.
De liefde voor jou kostte mij mijn lichaam en een stukje van
mijn geest.
Maar ik ben blij dat ik leef.
Eén stapje verder, en ik was er
geweest!

Wolken aan de horizon

We haalden hele nachten door, samen met ze tweeën,
toen waren wij nog vrienden,
die soms met elkaar vreeën.
De vriendschap bleef bloeien, we werden geliefden,
die naar elkaar toe groeiden.
Teder geluk,
kon het maar nooit stuk.
Maar het leven ging door en we kregen het druk.
Jaren die sleten en ergens onderweg zijn we elkaar vergeten.

Langzamerhand begon het te knagen, begonnen de vragen
en werden de dagen dat we dagelijks praatten overgeslagen.
Met steeds minder fantasie en verbeeldingskracht,
verstikten wij de wederzijdse aandacht
en over dat ik misschien niet meer
van je hou
werd zeker niet nagedacht.

De momenten van intens met je leven,
die bleven en soms blijf ik hopen dat ergens staat geschreven
dat wij voor elkaar bestemd zijn.
Ik herinner me jou ogen vol vertrouwen
niet eens eraan twijfelen,
dat je niet op mij zou kunnen bouwen.
Was dat maar waar.

Ik sluit mijn ogen, hap naar adem en pomp me vol
met frisse lucht. De schouders net nog gespannen,
laat ik zakken met een zucht.
Als ik in de verte kijk is alles kalm en stil
geen wolkje aan de hemel,
dat is wat ik wil!

Koude muren

Hij was koning en zij de koningin.
Het rijk werd altijd met passie bewaakt.
Hoogstpersoonlijk, deze muren heeft nog
niemand gekraakt. De vesting is groot,
het hart van het kasteel te klein.

Te koud, te versleten en veel te oud
is de inhoud en al lijkt de bunker van beton
niet te doorbreken regent het tranen
door onzichtbare gaten in het plafond.

Wie heeft dit verhaal geschreven?

Met open mond zie ik het koningrijk
in kleine stukjes breken,
val op mijn knieën in de modder
en begin te smeken, dat dit niet echt,
dat dit een sprookje is.

Maar niets is minder waar
en dit is geen verhaal, dat je leest.
Al lang geloof ik niet in sprookjes en wat ik zie is echt.
Zo groot als het rijk van buiten lijkt,
zo klein is het van geest.

Deze nacht

Dansend de straat op
zo licht als een veer
de wereld stroomt binnen
we willen
meer

Meegezogen door een
eindeloze golf van passie
staat de massa te kolken
er lijkt geen einde aan te komen
zweven ergens samen tussen de wolken

Geuren en kleuren
geluiden van binnen en buiten
bedwelmen het gezonde verstand
alles lijkt te zweven
maar niets loopt uit de hand

De duisternis verslaat de dag
De zon word de maan
Zo jong komen we nooit meer bij elkaar
er is geen einde in zicht
en het is nog te vroeg
om te gaan